We breien van onder naar boven. Eerst een aantal steken opzetten. Een toer recht breien. Hierna een toer 1 recht, 1 averecht enzovoort. Daarna de kralen mee gaan breien, verdraaid recht insteken (dit is in de achterste lus van de steek) omslaan en de kraal door de steek duwen, af laten gaan. De kralen moet tijdens het breien aan de voorkant van de pen zijn.
Opzetten:
Het aantal steken over 4 naalden verdelen, bijvoorbeeld bij 50 steken breedte wordt dat 13-12-13-12. Vanwege het sluiten van het breiwerk nu op de 1e naald 2 steken meer zetten en op de laatste naald 2 minder. (dus 15-12-13-10). Het sluiten geschiedt dan door op de 4e naald twee steken te breien van de 1e naald. Dan klopt het aantal steken weer met de opzet van 13-12-13-12. Hierna kan er gebreid worden. De naalden hangen dan als een vierkant.
Meerderen:
1e pen: 1 steek, 1 omslag, pen uitbreien. 2e pen: pen uitbreien op 1 steek na, nu 1 omslag, laatste steek breien. 3e pen: Als 1e pen. 4e pen: Als 2e pen.
In de volgende toeren wordt de omslag met kraal gebreid en gemeerderd als genoemd bij 1e, 2e, 3e en 4e pen tot het einde van de meerdering. In deze toer wordt alleen de omslag gebreid.
|